‘Mijn kind is toch altijd zo onhandig: veters strikken kon hij vorig jaar nog, maar nu ineens kan hij het niet meer en als hij gaat knutselen zit de hele tafel onder de lijm…’

De handelingsmotoriek (ook wel praxis genoemd) omvat het hele proces van planning, organisatie en uitvoering van activiteiten. Wanneer er problemen zijn in de handelingsmotoriek heeft het kind moeite met het plannen en ordenen van een reeks opeenvolgende handelingen, zoals bij het veters strikken en bij het maken van een knutselwerkje. Het kind met deze problemen komt vaak onhandig over en moet handelingen vaak eindeloos herhalen voordat hij deze onder de knie heeft. Vaak voert hij een activiteit steeds weer op een andere manier uit; ook het vasthouden van zijn pen kan wisselen. Soms lukt de handeling spontaan wel, maar in een opdrachtsituatie niet.

Bij de behandeling staat altijd een activiteit centraal die het kind wil leren. Naast het aanleren van een activiteit, leert het kind tegelijkertijd zijn handelen bewust te structureren, aan de hand van een stappenplan. Hierbij maken we gebruik van de CO-OP methode (Cognitive Orientation for daily Occupational Performance).

Het is belangrijk dat het kind geholpen wordt om het geleerde tijdens de therapie ook in zijn eigen omgeving te gaan toepassen, daarom vormt de afstemming met de ouders of andere betrokkenen een belangrijk onderdeel van de therapie.